Toen ik net zwanger was, dacht ik dat ingeleid worden één groot voordeel had: ik wist in elk geval al wanneer ik zou gaan bevallen. Ik had enge verhalen gehoord over inleidingen die dagen duren of juist een weeënstorm veroorzaakten, maar de andere kant van het verhaal was dus de voorspelbaarheid. Ik wist wanneer mijn koffer klaar moet staan. Ik wist wanneer wij onze laatste avond zonder baby zouden meemaken. Ik kon het plannen, en als ik het kan plannen, heb ik de controle.
Niet dus.
Alles zag er goed uit tijdens mijn laatste afspraak op het diabetesspreekuur bij gynaecologie. De baby had een gemiddelde grootte, ik had een normale hoeveelheid vruchtwater, mijn bloedsuikers waren nog nooit zo strak als tijdens mijn zwangerschap en sinds de versie lag hij er mooi voor. Ik was 37 weken zwanger en het ging voorspoedig. Niet dat het allemaal zonder slag of stoot ging, maar toch. Wel bleek mijn bloeddruk weer een beetje verhoogd. Niets om me direct zorgen om te maken want ik zat nog binnen de grenswaardes, maar omdat het steeg moest ik mijn bloeddrukmedicatie voor de zekerheid toch maar wat ophogen. Ook zou ik aan het einde van de week langskomen voor een extra bloeddrukmeting.
In de loop van de week merkte ik dat ik wat meer vocht vasthield. Op zich niet gek, tegen het einde van de zwangerschap. Mijn schoenen pasten nog, dus ik maakte me er niet druk om. Ik deed lekker mijn voeten omhoog en zat hele dagen te haken. Het Nijntje speelkleed moest natuurlijk wel af zijn voordat de baby er was! Ik ging alleen nog de deur uit voor een oogcontrole. Die was nodig voor het verlengen van mijn rijbewijs. Ik was al maanden bezig met de verlenging en ik belde twee keer per week met het CBR om het toch maar op tijd geregeld te krijgen. Zo’n oogcontrole is een dure grap en mijn eigen jaarlijkse controle mag er niet voor gebruikt worden. Inmiddels had ik nog maar een paar dagen voordat mijn rijbewijs ongeldig werd en eindelijk kon ik bij een oogarts terecht. Nu was het een kwestie van hopen dat het op tijd geregeld was!
Op vrijdag ging ik langs de poli om mijn bloeddruk te meten. Degene die de meting uitvoerde keek wat bezorgd maar zei niets. Er is weinig in de wereld dat mij ongeruster maakt dan dat! Ik vroeg haar wat mijn bloeddruk was, en ze vertelde me dat het haar niet lukte om me te meten. Twee anderen lukte het ook niet, en pas de derde persoon die er bij gehaald werd kon me vertellen dat mijn bloeddruk nog steeds iets verhoogd was. Zoals bij elke extra controle begon me zorgen te maken. Zou ik in het ziekenhuis moeten blijven? Moest de bevalling nu al opgewekt worden? Had ik mijn koffer al bij me moeten hebben? Het Nijntjekleed was nog niet af! En we zouden dit weekend nog wat laatste spulletjes kopen en bordspellen spelen en mocktails drinken, om ons laatste weekend met ons tweetjes te vieren! Overigens waren die spulletjes helemaal niet baby-gerelateerd. Ik wilde soepkommen en een nieuw tafelkleed. Waarom ik dat toen zo belangrijk vond? Zal wel nesteldrang zijn geweest!
Gelukkig kwam de arts terug met de mededeling dat ik weer naar huis mocht en dat we aankomende dinsdag, met precies 38 weken zwangerschap, de bevalling zouden gaan inleiden. Dat het niet goed lukte om te meten had waarschijnlijk te maken met het vocht dat ik vasthield, maar dat maakte niet uit want er was uiteindelijk een goede meting gedaan. Alles kon dus volgens plan doorgaan!
Vrouwen met type 1 diabetes worden bijna altijd ingeleid rond de 38 weken zwangerschap. Veel mensen denken dat de belangrijkste reden hiervoor de grootte van de baby is. Baby’s van vrouwen met t1d (we noemen ze ook wel eens ‘suikerbaby’s’ en ik vind dat superschattig klinken) zijn gemiddeld genomen groter dan baby’s van gezonde moeders. De extra glucose in ons bloed komt via de navelstreng ook bij de baby terecht en die kan daar dan, vooral bij het buikje, extra van groeien. Dit is één van de redenen dat het zo belangrijk is dat ik tijdens mijn zwangerschap mijn bloedsuikers zo veel mogelijk stabiel en in range hield. Maar de belangrijkste reden voor het inleiden is dat de werking van de placenta na 38 weken bij vrouwen met t1d vaak snel afneemt, ongeacht de bloedglucoseregulatie. Dat risico bestaat ook bij hoge bloeddruk, al met al genoeg reden voor mij en mijn behandelteam om met 38 weken in te willen leiden.
We spraken af dat ik op dinsdag na het ontbijt zou bellen om te kijken wanneer ik precies kon komen. Dat zou dan afhangen van hoe ik me voelde en van hoe druk het geboortehuis op dat moment was. Ik moest me er dus op voorbereiden dat de inleiding ook pas op woensdag of donderdag kon beginnen. Verder moest ik me voorbereiden op een lang ziekenhuisverblijf. De inleiding zou best een paar dagen kunnen duren, en tijdens die dagen kan ik alleen maar afwachten. Na de bevalling zou ik ook nog 48 uur moeten blijven om de bloedsuiker van de baby in de gaten te houden, want die kan bij een suikerbaby nog een tijdje na de geboorte te laag zijn. De bedoeling was dus een inleiding op dinsdag, maar er was een redelijke kans dat hij pas op zaterdag geboren zou worden en dat zou hem een schrikkelbaby maken! Spannend dus of hij op die bijzondere datum geboren zou worden!
Mijn man en ik hadden een vluchtkoffer gepakt met spullen die we in het ziekenhuis nodig zouden hebben. Kleren voor onszelf en voor de baby, toiletartikelen, infuussets, insuline, een extra sensor, teststrips, AA, glucosetabletten; de voor de hand liggende dingen. Maar ook wat kaartspellen, een verlengsnoer voor de laptop om serietjes te kijken en ieder een boek. We moesten ons toch zien te vermaken in de tijd dat we wachten tot de bevalling op gang kwam!
Het weekend was inderdaad fijn en relaxed. We hadden de babykamer allang klaar, dus we konden gewoon lekker met ons tweetjes zijn. Op maandag ging Mark nog werken, en daarna had hij zes weken vrij geregeld. Ik had mijn Nijntjekleed bijna af, en ik schatte in dat het nèt zou moeten lukken, dus ik heb de hele dag zitten haken. Ondertussen keek ik een film: Les Misérables. Dat verhaal, die muziek, en mijn zwangerschapshormonen zorgden er voor dat ik wat tranen liet, en dat was eigenlijk stiekem wel lekker.
Minder lekker was dat ik opeens wel veel vocht vasthield. Het duurde even voor ik het echt goed door had, want ik zat heerlijk languit op de bank met mijn haakwerk. Maar tegen het einde van de middag stond ik op om te plassen (de enige reden voor een hoogzwangere vrouw om van de bank af te komen) en ik kon bijna niet meer op mijn voeten staan! De huid stond helemaal strak en mijn voeten en enkels waren ontzettend dik geworden. Ik stapte op de weegschaal. Vier kilo meer dan voor het weekend. Dat is wel erg veel! Ik belde het ziekenhuis en ik moest langskomen voor controle. Het was natuurlijk niet de eerste keer dat ik voor een extra check naar het ziekenhuis moest maar eerlijk gezegd: ik had er dit keer gewoon geen zin in. Al die andere keren maakte ik me echt zorgen en werd ik in het ziekenhuis gerustgesteld. Maar dit keer voelde het anders. Dit was onze laatste avond voordat we ouders werden. En die moesten we dan in het ziekenhuis doorbrengen? Het Nijntjekleed had nog een uurtje nodig, en er stond lasagne in de oven, en we moesten de laatste dingetjes nog inpakken… Kortom, ik had even moeite met de veranderende plannen. Maar natuurlijk gingen we naar het ziekenhuis. Ik wilde geen risico’s nemen.
In het ziekenhuis aangekomen strompelde ik meer dan ik liep. In de spiegel van de lift zag ik dat mijn gezicht ook boller was geworden. En mijn vingers stonden voelden een beetje strak. Er werden direct allerlei tests gedaan en de verloskundige kwam kijken hoe het ging: “Hé, ik ken jou! Ik heb je vorige keer pijn gedaan, dus je zal wel een hekel aan me hebben!”. Het was de verloskundige van de versie, en ik was juist blij om haar te zien. Sterker nog, omdat ze zo kundig en kordaat was, hoopte ik al dat ik haar bij mijn bevalling ook zou treffen. En dat gebeurde, want het volgende wat ze zei was: “We gaan je nu direct inleiden”.