Zwangerschap met t1d

Versie

Geschatte leestijd: 5 minuten

“Nu zal hij echt niet meer terug in stuit draaien”, zei de gynaecoloog.
“Je had zelf al gevoeld dat hij goed gedraaid was hè,” zei de meeloopstudent, “misschien moeten wij er als artsen wat meer op vertrouwen dat patiënten hun eigen lichaam kennen!”

Eén van de twee had gelijk. Moeten jullie eens raden wie!

Het was natuurlijk de student. Ik ben het helemaal met haar eens! Zeker als je het hebt over type 1 diabetes. Wij weten als ‘patiënten’ zó veel, daar kan de theoretische kennis van een arts vaak niet aan tippen. En dat komt doordat we er letterlijk de hele dag mee bezig zijn. We merken dagelijks de effecten van voeding, beweging, stress, slaap, het weer, hormonen, en heel veel andere factoren. Door constant beslissingen te nemen, daar fouten in te maken, die te corrigeren, en te leren van de reactie van ons lichaam, worden wij expert op het gebied van onze eigen diabetes. Artsen weten natuurlijk weer veel meer van het hele systeem van je lichaam. Het liefste werk je dus als persoon met diabetes samen met je behandelaren. Sommige behandelaren zijn daar heel goed in, en andere moeten dat nog leren. Ik vind het in elk geval geweldig dat ik deze student heb helpen inzien hoe het werkt, en ik hoop dat ze het later als specialist nog steeds meeneemt!

Maar die gynaecoloog hè, die had het dus mis. Al twee dagen later lag de baby weer in stuit. Billen naar beneden, de voetjes omhoog naast de oren. Klinkt niet erg comfortabel. En bevallen van een baby in die houding al helemaal niet! Op zich had hij met 32 weken zwangerschap nog wel wat ruimte om te draaien, maar blijkbaar had hij daar geen zin in. Op internet is er van alles te lezen over het draaien van een baby. Zo kun je zelf ondersteboven gaan liggen, de baby streng toespreken of moxa-therapie proberen, wat nog het meeste lijkt op sigaren bij je voeten houden. Tsja, ik heb dat allemaal maar niet geprobeerd. Of het uitgemaakt had weet ik niet, maar bij 36 weken zwangerschap lag de baby nog steeds in dezelfde onvolkomen stuitligging. Tegen die tijd was er nog maar weinig beweegruimte voor de baby. We konden nog één ding proberen om de baby te draaien: een uitwendige versie.

Had ik weer. Stuitligging tegen het einde van de zwangerschap komt maar bij 1 op de 20 zwangere vrouwen voor. Zit ik me tien jaar lang druk te maken om diabetes tijdens de zwangerschap, krijg ik te maken met een ‘normaal’ probleem. Een gezondemensenprobleem. Nou ja, dat kan er ook nog wel bij!

Tijdens het versiespreekuur in het ziekenhuis kreeg ik een middel dat helpt om mijn baarmoeder te ontspannen. Ritodrine heette het. Zoals altijd wanneer ik een voor mij onbekend middel krijg, vroeg ik of het nog effect kon hebben op diabetes, astma, of de medicijnen die ik gebruik. De arts dacht het niet, maar ze zou het even nazoeken. Ondertussen kreeg ik het vast geïnjecteerd en kon ik in de wachtkamer plaatsnemen. Nog voor ik zat, had mijn man het al gevonden. Nou weten we allemaal dat je niet direct uit moet gaan van dokter Google, maar wat Mark voor zijn neus had, was de Zorgstandaard Diabetes van de Nederlandse Internisten Vereniging. Die mag dan wel een update gebruiken wat betreft CGM-gebruik en -vergoeding, maar het is wel een betrouwbare bron. Dit is wat we daar lazen: “ritodrine is relatief gecontra-indiceerd, omdat dit gepaard gaat met een hogere kans op hyperglykemie en ketoacidose door toegenomen insulineresistentie en toegenomen glucoseproductie in de lever”.

Ok, ik zou dus nóg meer insuline nodig hebben. Vanwege de hormonen die bij zwangerschap komen kijken gebruikte ik al twee keer zo veel insuline als normaal, en vandaag moest het dus nog meer worden. Verder is een versie ook nog eens behoorlijk pijnlijk, en van die stress verwachtte ik ook wel te gaan stijgen. Ik zette mijn basaal dus gauw hoger. De ritodrine zou redelijk snel weer uitgewerkt zijn, dus ik verwachtte geen langdurige problemen. Maar het was wel fijn geweest om dit van tevoren te weten, dan had ik mijn basaal wat eerder verhoogd. Nu rende ik toch een beetje achter de feiten aan.

Tijdens de versie hield Mark een oogje op mijn sensor. Zo konden we meteen oefenen voor de bevalling. We hadden namelijk afgesproken dat hij mijn bloedsuikermanagement zou overnemen als ik dat tijdens de bevalling niet meer kon. En tijdens de versie zou ik het ook niet zelf kunnen, werd ik gewaarschuwd. En dat klopte! Het was echt geen pretje. Aan de ene kant trok een verloskundige met haar hele gewicht aan mijn buik. Aan de andere kant werd er geduwd. Het was echt niet subtiel. Ik had me voorgenomen om een ontspanningsoefening te doen, want hoe meer ik ontspande, hoe groter de kans van slagen. Het lukt me niet. Ik kwam niet verder dan min of meer regelmatig in- en uitademen. Volgens de toeschouwers (mijn man en een geneeskundestudent) kon je de baby goed zien draaien. Ik had het graag gezien, maar concentreren op mijn adem was echt meer dan genoeg. Natuurlijk wel een goede oefening voor de bevalling: adem en puf door de pijn heen!

De versie was succesvol! De baby lag eindelijk mooi met zijn hoofdje naar beneden. En ik kan je verklappen dat hij tot de bevalling lekker zo bleef liggen. Mijn bloedsuiker hield zich redelijk, maar dat was vooral omdat ik er echt bovenop zat. Ik bleef mijn basaal omhoog bijstellen, en voor het avondeten boluste ik extra. Volgens mijn diabetesverpleegkundige was er aan mijn sensorgegevens niet te zien dat ik een bloedsuikerverhogend middel had gebruikt. Nee, daar had ik wel voor gezorgd! Mijn buik voelde nog dagen bont en blauw. Alsof er iemand met haar volle gewicht aan heeft gehangen, zeg maar. Ik ben dus lekker vroeg onder de wol gekropen. Beurs, maar tevreden en trots!

Twee dagen later had ik een hypo. Een heftige. Ik bleef maar koolhydraten nemen, maar ik kwam niet van de 2.5 af. Het duurde anderhalf uur en ik schat dat ik 65 gram koolhydraten op had, voor het begon te stijgen. Dat is meer dan in de meeste van mijn maaltijden zit, en ik schuw de koolhydraten gewoonlijk niet! Het was zo’n hypo die echt eng was. Waarbij ik me afvroeg of ik ooit weer zou stijgen. Of ik naar het ziekenhuis moest. Of ik niet gewoon mijn bed in kon kruipen en alles vergeten. Uiteindelijk steeg het natuurlijk. Wat wil je, met een heel flesje AA en een handvol glucosetabletten achter de kiezen. Ik steeg door tot 7, en toen zakte het weer. Pas na een maaltijd stabiliseerde het.

Ik denk dat de hypo een naschok van de ritodrine was. Mijn lever had veel glucose afgegeven, dat kan een tekort hebben veroorzaakt. Dus bij een hypo kan de lever dan niet meehelpen. Maar dat weet ik niet zeker. Het had ook één van de vele andere factoren kunnen zijn, of een combinatie daarvan. Wat ik wel zeker weet: diabetes maakt een zwangerschap een stuk ingewikkelder, en ik heb er hard voor moeten werken. En een andere zekerheid: het was het dubbel en dwars waard!

Deel deze blog:

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *