Dagelijks leven met t1d

Je kan er goed mee leven

Geschatte leestijd: 4 minuten

Ik kreeg de diagnose toen ik in mijn examenjaar van de middelbare school zat. Een hele schok, maar één van de eerste dingen die mijn dvk (diabetsverpleegkundige) tegen mij zei was: “Je kan er goed mee leven”. Dat was fijn om te horen!

Hoewel mijn hele klas wist dat ik nu diabetes had en iedereen erg meeleefde, vond ik het moeilijk om er open over te zijn. In de pauzes ging ik op school altijd naar de wc om te meten en te spuiten. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om dat en plein public te doen! Ik vond het verschrikkelijk als er te veel aandacht voor zou zijn. Achteraf vraag ik me af waarom. Het was niet zo dat ik me per se schaamde voor diabetes. Ik heb iedereen verteld wat ik heb, en wat er allemaal zou veranderen in mijn leven. Ik denk dat het te kwetsbaar voelde: mijn buik ontbloten om te spuiten is voor een meisje op de middelbare school natuurlijk heel wat. Ik kan me ook goed herinneren dat ik dat zo fijn vond aan de pomp die ik anderhalf jaar later kreeg: ik hoefde dan tenminste nooit meer bekijks te trekken met spuiten. Maar dat ik het prikken en spuiten niet wilde laten zien, maakte het leven niet makkelijker voor me. Eén gelegenheid staat me nog goed bij: de bruiloft van de dirigente van het jeugdkoor waar ik in zong. Uiteraard zong het koor tijdens de ceremonie, en toen we al in de kerkbanken zaten, had ik het gevoel dat mijn bloedsuiker zakte. Of steeg, ik had eigenlijk geen idee zo kort na de diagnose, maar er was iets niet goed. Ik had mijn meter niet eens bij me, die lag ergens bij de garderobe. Voor de zekerheid at ik zo sneaky mogelijk een hele verpakking dextro. Ik had geen idee of ik dat wel nodig had, en hoeveel dan, maar ik wilde vooral niet dat de aandacht op mij en mijn diabetes gevestigd werd. Uiteraard zat ik achteraf kneiterhoog. En ook dat hield ik dus voor me.

Op een ander moment had ik tijdens de les een hypo. Ik voelde me niet lekker worden, dus ik vroeg of ik naar de wc mocht en ik nam mijn meter mee. En ja hoor, veel te laag. Het probleem was: ik had geen hypovoer bij me! Vraag me niet waarom, want inmiddels kan ik me niet voorstellen dat ik zonder AA en/of glucotabs de deur uit zou gaan, maar toen was dat dus de situatie. Ik ging naar de kantine, want daar was een klein winkeltje waar snacks verkocht werden. Een meisje uit mijn klas werkte daar en met haar sprak ik af dat ik de volgende dag zou betalen, want ik had ook al geen geld meegenomen! Met de kennis van nu zou ik voor snoepjes gaan, maar ik koos een sultana. Crisis afgewend! De volgende dag legde ik het geld met een briefje in het winkeltje. Maar blijkbaar had de kantinejuffrouw dat niet gezien, want ze kwam achter me aan. In een volle gang. De nachtmerrie van elke scholier, kan ik je vertellen: de kantinejuffrouw die zo hard als ze kan je naam door de gangen roept. En het nog verkeerd uitspreekt ook! “Orieeeeettaaaa, je moet je koek voor je suiker nog betalen!!” Tsja, laten we het ongewenste bijwerkingen van diabetes noemen.

Mijn eindexamens verliepen ook net wat anders dan bij anderen. Waar de rest van de klas samen in een gymzaal zat te stressen, moest ik de examens apart afleggen. Als ik tijdens een examen niet lekker zou worden, legde de rector mij uit, is dat een te grote afleiding voor mijn klasgenoten. Als ze om die reden niet slagen, kunnen al die examens zelfs ongeldig verklaard worden. Oh wat baalde ik daarvan! Als ik iets nou juist níet wilde, dan was het wel anders zijn dan de rest! Maar ik kon hoog of laag springen, er viel niets aan te doen. Uiteindelijk was het eigenlijk best wel chill. Ik had een grote tafel om aan te werken, en potten met koffie en thee, helemaal voor mezelf. Er was niets dat mij afleidde. En ik hoefde niet eens naar de wc te lopen om te meten.  

Ik wist er ook wel goed gebruik van te maken hoor. Ik heb wel eens gespijbeld met de smoes dat ik weer naar de dokter moest. In het begin zat ik zo vaak in het ziekenhuis dat er niet eens meer om een briefje werd gevraagd. En als ik te laat was, zei ik gewoon dat het kwam door mijn bloedsuiker. Dat werd altijd direct geaccepteerd. En ik voelde me sluw! Dat ze daar altijd maar in trapten! Ik kwam namelijk erg vaak te laat dat jaar. Ik sliep dwars door mijn wekker heen. Geen wonder, achteraf gezien. Mijn bloedsuikers gingen alle kanten op. Ik had totaal geen verstand van diabetes, kreeg na de eerste weken maar weinig begeleiding vanuit het ziekenhuis, en ik deed dus maar wat. Zoals hele verpakkingen dextro eten als ik ‘iets’ voelde. Dus was ik nou echt de school te slim af, als ik zei dat ik door diabetes te laat kwam? Nee, dat was stoerdoenerij. Ik voelde me beroerd, maar dat wilde ik niet laten zien. Je kon er immers goed mee leven.

Deel deze blog:

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *